Het verenigingenrecht regelt zaken die enerzijds betrekking hebben op de interne organisatie van de verenigingen, anderzijds op de verslaglegging en de financiële verantwoording tegenover leden en derden.
Leden
Alle leden tezamen vormen de algemene vergadering, die binnen de vereniging belangrijke bevoegdheden heeft. Ieder van de leden heeft daarin tenminste één stem. Bij zeer grote verenigingen, zoals de ANWB en de Consumentenbond, zou de algemene vergadering een onwerkbaar geheel opleveren. In de regel wordt daar de oplossing gevonden door de algemene ledenvergadering samen te stellen uit afgevaardigden van de leden (een ledenraad).
Bestuur
De algemene vergadering benoemt het bestuur, dat uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester kiest [tenzij de statuten anders bepalen]. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging en vertegenwoordigt deze tegenover derden. In de [notarieël vastgelegde] statuten kan de mogelijkheid voor de vereniging zijn geopend tot aan- en verkoop van registergoederen en tot andere financiële transacties.
Algemene vergadering
Het bestuur is bij wet verplicht binnen zes maanden na afloop van het boekjaar en tenminste eenmaal per jaar een algemene vergadering uit te schrijven. Het bestuur moet dan een jaarverslag uitbrengen en rekening en verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. De wet schrijft verder nog voor dat een termijn van tenminste zeven dagen in acht genomen moet worden voor het bijeenroepen van een algemene vergadering waarin hetzij een statutenwijziging, hetzij de ontbinding van de vereniging op de agenda staat.
Boekhouding
De vereniging is wettelijk verplicht een boekhouding te voeren en moet binnen de gestelde termijn een balans en een staat van baten en lasten kunnen overleggen. De penningmeester, die binnen het bestuur voor deze zaken de eerste verantwoordelijkheid draagt, wordt in de regel gecontroleerd door een kascommissie uit het ledenbestand.